Joop 25 februari Thema Birds

25 februari 2016

Zoals eerder gezegd is de uitbundigheid van de natuur hier overweldigend. Teveel om allemaal te volgen. We hebben ons noodgedwongen toegelegd op het vogelleven. En wat een avontuur is dat.  

Ik was in Nederland al een jaar of wat begonnen met vogels luisteren en kijken. En als cadeau van Matthijs vooraf een Vogelapp specifiek voor ZuidAfrika gedownload. Van Sasol; dat bleek zowel een petrochemische gigant te zijn als tegelijk beschermer der natuur en een van de beste vogelgidsen! (Dankjewel, Mattie). En een goede kijker van Rienk geleend, die heel veel gebruikt wordt. Allemaal nieuw voor ons. Uiteindelijk zijn ook Josine en Hellen enthousiaste vogelspotters geworden.

Het begon met de Hadeda Ibis. Hij zat op het grasveld voor ons huisje in Johannesburg zijn eten bij elkaar te sprokkelen. En veel lawaai te maken als hij vloog. Rob Bartelink, mijn neef uit Joburg, komt ons de tweede dag ophalen voor een tocht naar Rhino-Lion park en geeft hem zijn naam. Sindsdien is deze vogel overal te zien ondanks zijn forse omvang en enorme snavel. Vogelaars: zoek dit beest op, bijzonder.

Tweede superkarakteristieke vogel: de go-away-bird, populaire naam voor een grijze Loerie, waarvoor ik geen Nederlandse naam weet. Ook vaak teruggezien later. Hij zegt Kwee Kwee, wat klinkt als Go Away. Go away. Vandaag waren we in de 'Birds of Eden' een natuurlijk vogelpark van 2 hectare in zijn geheel onder een groot net gebracht. Alle honderd en een soorten vogels vlogen door elkaar heen en om ons heen. Net zoals in Het Kruger Park stoorden ze zich totaal niet aan mensen. Hier zagen we de Go away bird weer terug, maar ook 5 van zijn familieleden in groen, rood, gekraagd en roodogige varianten. Vanochtend nog in Knysna de Knysna-Lourie gezien en gehoord, prachtig. Op de app klonk zijn geroep precies hetzelfde.  

Een derde in het oog springende soort is de neushoornvogel, de hornbill. In Nederland zou zo’n vogel al lang uitgestorven zijn: prachtige lange snavel, even groot als de vogel zelf, kleurrijk van diepgeel tot donkerrood, snel en behendig nootjes en zaden etend. Ook veel varianten gezien. Het mooist was toch om deze vogels in de enorme uitgestrektheid van het Krugerpark te zien rondvliegen. Mooiste was de Southern yellow-billed hornbill.

En dan natuurlijk de duiven (zebra Peacefull, emerald green), de starlings (prachtige glanzende groene en rode varianten op onze gewone spreeuw), de plovers (statige en kleurrijke kievieten, jaja).

Tot slot nog 2 onmisbare delen van het vogelrijk: de grote watervogels en  de roofvogels (en dan nog de gieren natuurlijk…). In Kruger en elders hebben we ooievaars gezien, reigers (herons), ibissen en flamingo’s waar je gemakkelijk een heel vogelreservaat mee kan vullen. Beauty’s zijn natuurlijk de flamingo (toch, Josine?), de grote witte reiger en nog veel meer, kijk maar naar de foto’s.

Buizerds lijken klein vergeleken met de Black-backed Eagle en de enorme Afrikaanse visarend. Toen we in Skukuza wat zaten te eten kwamen er een stuk of 3 arenden om ons heen vliegen die waarschijnlijk haarscherp zicht hadden op onze maaltijd. Hoe groot en sterk deze dieren er ook uitzien, mensen zijn er niet bang voor. Gek eigenlijk. Gisteren waren we bij een roofvogel-demonstratie nabij Plettenburg. Een zeer bekwame man liet zien wat een Rooivalk, een nonnetjes Uil en een jakhals buizerd kunnen. Alle deelnemers krijgen ook een dikke handschoen en mogen de vogels opvangen (hier in Zuid-Afrika mag veel meer dan in Nederland). Hij liet onder andere zien hoe een jakhals buizerd een (nep)prooi vangt die met een drone de lucht in werd gebracht. De drone werd zo bestuurd dat het de buizerd niet gemakkelijk werd gemaakt. Fascinerend om te zien. Ook hoe de vogels hun prooi beschermen als ze hem beet hebben. De nonnetjesuil kan zo geruisloos vliegen dat hij zijn prooi al te pakken heeft voordat deze iets heeft gehoord.

In Kruger was er een big 5 (olifant etc.), maar ook een ugly 5. Daar hoort o.a. de lappet faced vulture bij. En de marabou-stork. Beide zeer lelijke beesten die leven van dode dieren. Op dag 3 van onze reis zijn we bij een “vulture restaurant” geweest. Daar werden dode dieren, waar men vanaf wilde op een berg gegooid, ten prooi voor de gieren. Een waar feestmaal voor hen en voor de marabou-stork. En een niet te harden stank voor de menselijke bezoekers. Dit is niets voor mensen: gieren zijn noodzakelijk, maar er is weinig aantrekkelijks aan te beleven. Behalve dan hun fantatstische meerstemmige zangoptreden in Jungle Book.      

Foto’s

4 Reacties

  1. Geert:
    25 februari 2016
    Gaaf Joop. Ook veel herkenning in jullie verhalen, mooi beschreven, ik zou zeggen: ga zo door! En natuurlijk heel veel plezier, goeie tijd!
  2. Ingeborg:
    28 februari 2016
    https://www.facebook.com/helderfalcao/videos/10153468124472762/ Hoop dat je dit filmpje kan bekijken. Heel bijzonder. (Helemaal afkijken) Liefs van ZIM.xxxxxxx
  3. Rienk:
    29 februari 2016
    Joop, mooi verhaal, ik heb de plaatjes er even bij gezocht, wonderlijk wat er allemaal rondvliegt. Mooi dat jullie plezier hebben van de verrekijker. Hou ons op de hoogte!
  4. Frank:
    2 maart 2016
    mooie plaatjes, nu de geluiden nog!